Sinds de middeleeuwen bestaat het spel, gespeeld door sluwe bedriegers en naïeve verliezers. Deze week kwam het ongevraagd in de actualiteit, nadat profwielrenner Georg Preidler besloot zich aan te geven voor geknoei met bloeddoping. Preidler vergeleek zijn zonde met  het beruchte ‘balletje-balletje’: “Je weet dat het oplichterij is en toch speel je mee”.

Een aantal keren sprak ik hem de afgelopen jaren. De Oostenrijker interviewen was hard werken geblazen. Prikkelende quotes waren schaars, antwoorden kort. Iemand die zijn krachten liever benutte op zijn tweewieler, dan voor allerlei randzaken buiten het fietsen.

Niet alleen naast, maar ook op de fiets was ‘Preidi’ het liefst in zijn eigen cocon. Een stilistische tijdrijder met evenveel power, maar zonder de aerodynamische lenigheid van Dumoulin. In staat om vlot een berg op te rijden, maar te lang en zwaar om de pocketklimmertjes te volgen. Talentvol, maar niet van wereldklasse. Te weinig areaal om het kopmanschap af te dwingen, genoeg om een waardevolle helper te zijn.

De laatste keer trof ik hem aan tijdens de tweede rustdag in de Giro 2017, waarin hij als teammaat ‘onze’ Tom bijstond. Hangend in een hotelbed, badend in een immense stapel Panini-plaatjes. Naarstig op zoek naar zijn eigen sticker, om de lege plek in het verzamelboek op te vullen.

Nog geen twee weken later, op het podium voor de Piazza del Duomo in Milaan, moet het knagen zo ongeveer zijn begonnen. Te midden van feestvierende teammaten die dronken waren van euforie, ontwaarde Preidler bij zichzelf een onbestemd, neerslachtig gevoel. Was dit wat van al zijn dromen terecht was gekomen? Was dit de eindbestemming van zijn talenten? Had hij al die opofferingen gedaan om hier -in de schaduw van een gevierde kopman- als voetnoot in de wielergeschiedenis te eindigen?

Waar blinde ambitie begint te botsen met harde realiteit, ontkiemt een zaadje van hebzucht. Een zaadje om te voeden of te verstikken. Een bikkelharde strijd tussen gevoel en verstand, tussen accepteren of negeren.

Georg Preidler bleek niet opgewassen tegen de verleiding en besloot de duistere gok te wagen. Door zelf het balletje onder de bekers heen en weer te schuiven. Bereid om familie, vrienden, collega’s en wielerfans een wonderlijke illusie voor te schotelen.

Maar wie zijn ziel aan de duivel verkoopt, krijgt vroeg of laat de deksel op de neus.

Ook dat weten we al eeuwenlang.

Martijn Kogelman
Laatste berichten van Martijn Kogelman (alles zien)