Precies om middernacht word ik wakker. Dankzij een volle blaas en een iets te luide discussie naast mijn tent. Die volle blaas is irritant, maar ook een goed teken. Ik drink veel, daar profiteer ik tijdens de rit van.

Eenmaal terug in de tent check ik de apparaten die aan mijn powerbank hangen. Telefoon, fietscomputer en achterlamp; ze zijn allemaal vol.

Vandaag belooft al een betere dag te worden dan gisteren, toen mijn telefoon halverwege de rit dood was. Gelukkig staan er fotografen in de bochten van de Alpe d’Huez. Dus voor 12 euro heb ik alsnog een herinnering aan de pijn.

Net als ik weer wil gaan slapen heb ik een ingeving. Als ik mijn powerbank nu aan een stopcontact in het toiletgebouw hang, ben ik morgen spekkoper. Dan kan ik mijn spullen weer opladen in mijn tent. Dus stap ik voor de tweede keer uit mijn tent.

Wrap met restjes van gisteren

The Ride is een repeterende checklist in mijn hoofd. Alles staat in het teken van het volbrengen van de volgende dag. Dat maakt trouwens ook dat ik me alleen focus op die volgende dag, niet op de vijf daarna. Een prima overlevingsmechanisme. Ik maak gewoon elke dag een ritje.

Het ritme start bij de finish van een etappe. Terwijl ik nog sta uit te hijgen van de afdaling van de Alpe d’Huez krijg ik een wrap met restjes van gisteren in mijn hand. (Dat klinkt trouwens een stuk minder lekker dan het was.)

En daarmee begint het grote herstellen. Herstelshake, water, douchen, nog meer drinken, eten en liggen. Tot ik weer kan eten en drinken. En liggen.

In de ochtend eerst mijn bietenshotje natuurlijk. Daarna leg ik mijn spullen voor de dag klaar, bedenk ik hoeveel repen en gelletjes ik mee wil nemen en of ik regenkleding nodig ben.

Dan pak ik mijn tas verder in, want het ontbijt staat klaar. Twee of drie boterhammen met kipfilet, een ei en een bak yoghurt met jam en muesli.

Eerste stappen de belangrijkste

De eerste stappen uit de tent zijn eigenlijk de belangrijkste van de dag. Na etappe 3 durf ik wel te zeggen dat het klimmen me goed af gaat. Het gaat soepel, maar niet vanzelf.

Wat ik niet weet is hoe ik elke dag herstel. Vandaag voelen de benen altijd minder dan gisteren, maar hoeveel minder blijft de vraag.

Ik loop voor de derde keer in zes uur naar het toiletgebouw en merk: dit wordt inderdaad een goede dag.

 

Lees ook de andere afleveringen in deze serie

 

Gert-Jaap Hoekman