Marten Schuurman
Laatste berichten van Marten Schuurman (alles zien)

Iedere man die wel eens met een paar andere mannen heeft gefietst weet dat het niet uitmaakt hoe lang je fietst, hoe hard je fietst, hoe hoog je hartslag is, in welke versnelling je staat geschakeld, of je witte sokken aan hebt of hoe hard je van te voren hebt getraind… Als een paar mannen gaan fietsen dan gaat erom wie er het eerste thuis is.

Zondag 4 juli gaan er een paar mannen een stukje fietsen tussen Rotterdam en Brussel. Uiteraard zijn zij zich bewust van het feit dat het er om gaat wie er het eerste thuis is, daarom delen ze tijdens de 235,5 vlakke kilometers wat speldenprikjes uit… De eerste tientallen kilometers rijden ze een lekker tempootje totdat een van hen uit het niets zichzelf en de rest wil pijnigen en een aantal kilometer lang boven de 50 km per uur gaat rijden. Het doel van deze, op zich zinloze, actie is niet zozeer om weg te rijden bij de anderen, maar het doel is om de anderen af te matten zodat er bij de anderen minder energie over zal zijn voor het onvermijdelijke.

De sprint.

Een gemiddelde sprint duur ongeveer 500 meter. 500 meters lang alles geven wat je in je hebt om als eerste over de streep te komen. Hiervoor is alles geoorloofd zolang je zelf maar niet valt, maar wel als eerste over de streep komt. De sprint van 4 juli aanstaande verloopt als volgt:

500 meter: Tyler zit op kop van het groepje. De ploeggenoot van Tyler kon het niet langer volhouden en zette zichzelf 50 meter terug op de kant. Dit is geen goede positie voor Tyler omdat hij op deze manier totaal geen overzicht heeft over wat de rest doet, bovendien zit hij volledig in de wind. Tyler vindt het belangrijk om te weten wat er achter hem gebeurt zodat hij daarop kan anticiperen. Sluw als hij is knijpt hij lichtjes in zijn rem en dwingt degene die achter hem rijden (twee mannen in een pakje van HTC-Columbia) de kop op en gaat zelf snel in hun wiel zitten. Goed gedaan.

400 meter: Tyler kijkt nog één keer achterom om te zien of er niet iemand aangaat. Gelukkig gebeurt dat niet, door al het demarreren in de laatste paar kilometers zijn zijn benen al redelijk verzuurd, een korte sprint is voor hem dus het beste. De HTC-Columbia-man voor hem is in principe de beste sprinter van het peloton, Tyler moet hem dus in de gaten houden. De andere gevaarlijke outsiders zitten in het een paar wielen verderop en zijn dus gezien. Tyler schakelt op naar zijn een na zwaarste versnelling…

350 meter: Tyler beseft dat het tussen de HTC-Columbia man en hem gaat, hij focust zich dus volledig op hem. Hij kijkt naar zijn houding, hij zit een beetje scheef op zijn fiets. Betekent dat dat hij moe is of zit hij de hele tijd al zo raar op zijn fiets? Tyler besluit dat het het eerste is. Het geeft hem een beetje meer moed en vertrouwen.

300 meter: Het is los! De HTC-Columbia-man gaat aan en Tyler kan zijn wiel niet houden. “Geen paniek Geen PANIEK !!!” zegt hij tegen zichzelf en probeert zo snel mogelijk in zijn wiel te kruipen. Zijn gevoel zegt dat het lukt. “Ik kom dichterbij… toch? Als ik zijn wiel heb dan kan ik eroverheen en winnen. KOMOOOOP!!! GAS EROP!!!”

200 meter: Hartslag richting de 200, maar het kan Tyler niets schelen, hij komt dichterbij het wiel! Kan hij het wiel nog halen en kan hij er casino online nog overheen? Zijn benen verzuren, dus hij moet gaan zitten, maar hij merkt dat de HTC-Columbia-man ook iets stilvalt, Tyler komt decimeter voor decimeter dichterbij.

100 meter: Tyler heeft het wiel en twijfelt of hij zal casino online/a> opschakelen naar zijn zwaarste versnelling. Als hij met mijn verzuurde benen de trappers niet meer rond krijgt in die zware versnelling is hij gezien. Als hij kan versnellen in die zwaardere versnelling kan het hem de winst opleveren. Tyler besluit om het risico te nemen en schakelt op. Hij kijkt snel op mijn kilometerteller, maar kan niet zien hoe hard hij gaat, hij vermoedt dat het al harder dan 70 km per uur gaat!

50 meter: Tyler gaat nog eens op de trappers staan in een ultieme poging om de HTC-Columbia-man voorbij te gaan. Het zou toch mooi zijn als hij hier zou winnen, zo”n 50 kilometer van zijn woonplaats Gent! Tyler komt uit de slipstream en gaat naast hem fietsen. Tyler vraagt zich nogmaals af of de HTC-Columbia-man nu langzamer is gaan fietsen of hij sneller, want hij komt ernaast!

25 meter: De HTC-Columbia-man doet wat hij kan, maar kan het onvermijdelijke niet voorkomen. Tyler komt steeds dichterbij. In een split second kijkt de HTC-Columbia man achterom. Doordat Tyler geen zonnebril op heeft, kan de HTC-Columbia-man in zijn ogen hoop en vermoeidheid zien. De angst in de ogen van de HTC-Columbia-man geeft Tyler nog net dat beetje meer adrenaline dat hij nodig heeft. Dit heeft niets meer met kracht te maken. Ook met fietsen heeft het nog weinig te maken. Ze zijn twee stervende zwanen die zij aan zij wild over de weg heen zwalken, strijdend om de winst.

1 meter: is wat Tyler te kort komt om te winnen… 1 klotemeter, hij was zo dichtbij, hij deed alles goed maar het was blijkbaar niet genoeg.

In zijn ooghoeken ziet hij nog net hoe Mark Cavendish zenuwachtig de gele trui om zijn schouders hijst, erg lang doet over het openen van de fles champagne en zich ongemakkelijk laat zoenen door de rondemissen. “Morgen weer een dag,” denkt hij, “en anders overmorgen en wie weet zelfs de dag erna”.

Kansen genoeg.

Auteur: Marten Schuurman